Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet handhaving consumentenbescherming

 

Artikel 5.1
1
Onze Minister kan afspraken maken met:
a
Onze Minister van Financiën, voor wat betreft de Belastingdienst/FIOD-ECD;
b
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, voor wat betreft de Inspectie Verkeer en Waterstaat;
c
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, voor wat betreft de Voedsel en Waren Autoriteit;
d
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor wat betreft het Staatstoezicht op de Volksgezondheid;
e
andere in aanmerking komende Ministers.
2
Onze Minister kan afspraken maken met het bevoegde gezag van:
a
de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
b
de Nederlandse Mededingingsautoriteit;
c
het Commissariaat voor de Media;
d
de Nederlandse Zorgautoriteit;
e
de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit;
f
het College van Procureurs-Generaal;
g
de Stichting Het Juridisch Loket;
h
andere overheidsinstellingen.
3
De afspraken bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, onderdelen b tot en met h, worden vastgelegd in samenwerkingsprotocollen en hebben onder meer betrekking op:
a
effectief en doelmatig toezicht op en optreden tegen inbreuken;
b
consumentenvoorlichting;
c
de gemeenschappelijke activiteiten en verslaglegging, bedoeld in de artikelen 16, 17 en 21 van verordening 2006/2004.
4
De afspraken bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, worden vastgelegd in een samenwerkingsprotocol en hebben betrekking op:
a
de uitleg van begrippen als bedoeld in artikel 4.3;
b
de samenwerking tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Consumentenautoriteit in de uitoefening van haar taak als het verbindingsbureau.
5
Onze Minister doet mededeling van de samenwerkingsprotocollen in de Staatscourant.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •